De tuin wordt met uitzondering van het voorpleintje aan de Basilius van Bruggelaan geheel omsloten door een bakstenen tuinmuur. Het noordelijke en oostelijke deel van de muur volgt het verloop van de Basilius van Bruggelaan richting het zuiden, waar deze bij de aansluiting op de Bronkhorstweg ombuigt en in westelijke richting langs de Bronkhorstweg verloopt. Ter plaatse van de erfscheiding met een fors pand met diepe tuin aan de Bronkhorstweg, hoekt de muur weer om en verloopt in noordelijke richting. Daar waar de muur weer in de buurt van het kloostercomplex komt, hoekt deze weer om in westelijke richting om de schuur heen die op het noordelijke einde van het perceel van het eerder genoemde pand staat. Hierna hoekt de muur weer om in noordelijke richting tot aan de Basilius van Bruggelaan, waar de muur weer ombuigt in oostelijke richting om aan te sluiten op de noord-westelijke hoek van de kapel. Globaal vormt de tuin een groot trapeziumvormig terrein, met in de noord-westelijke hoek een rechthoekige uitstulping (de jonge tuin van 1923).
Het kloostercomplex staat op de noordelijke rand van het terrein, het monumentale deel van de tuin ligt zuidelijk van het complex. Aan de binnenzijde verloopt een thans geheel met gras begroeide wandeling langs de muren. In de as van de noord-oostelijke vleugel staat aan de zuidzijde aan het einde van een rechte laan het in 1910 gebouwde kapelletje. Daar oostelijk van ligt de door hoge bomen omgeven Lourdesgrot. Oostelijk van het begin van de laan naar het kapelletje ligt de voormalige begraafplaats waarvan de poort met bakstenen hekposten aan de zuidzijde bewaard is gebleven. Rondom de voormalige begraafplaats enige monumentale bomen. Zuidelijk hiervan loopt een pad in oostelijke richting naar de tuinmuur. Daar zuidelijk van ligt een boomgaard, met langs de paden beelden op sokkels.
Boomgaard met langs de paden beelden op sokkels
Het tuingedeelte dat zuidelijk van de zuidgevels van de oost- en zuidvleugels ligt fungeerde als nutstuin, met een stookhuis met kas en een kippenhuis met kippenhokken en kippenren. Tussen de gebouwen van de nutstuin en de kloostervleugels staan ook enige monumentale bomen. Alleen tegen de noordelijke muurdelen (westelijk van de kapel en voor en direct oostelijk in de bocht bij de noord-oostelijke gevel staan tegen de muur éénlaags bouwsels onder platte daken. In de noord-oostelijke hoek is in de muur een poort aanwezig.
Tuinbeelden
In de tuin staan op hoge sokkels met een paneel aan de voorzijde en een tweemaal uitkragende afdekking een drietal beelden, vermoedelijk daterend uit de late 19de eeuw. Het betreffen hoofdzakelijk voor de Redemptoristenorde belangrijke Heiligen zoals Alfonsus van Liguori (1696-1787), geestelijk vader van de Redemptoristenorde en naamgever van het Velpse klooster en Clemens Maria Hofbauer (1751-1820) de Tsjechische bakker die theologie studeerde en na veel omzwervingen priester werd. Clemens werd een overtuigde Redemptorist en werkte in Wenen en Duitsland. In 1909 werd hij heilig verklaard. Clemens is tevens
beschermheilige van de bakkers. Alfonsus staat zuidelijk van de zuidvleugel, Clemens staat tegenover de poort van de voormalige begraafplaats en het derde beeld uit deze reeks van Gerardus Majella staat langs de wandeling langs de oostelijk muur aan de rand van de boomgaard. Verder staan onder een afdak tegen de zuidmuur gepolychromeerde beelden van Sint Jozef en Antonius van Padua (1195-1231).
Beeld van Gerardus Majella (links) en Clemens Maria Hofbauer (rechts)
Bouwwerken
Direct noordelijk van de zuidelijke wandeling langs de muur aan de Bronkhorstweg staat een kleine kapel. Voor de kapel, die geopend is naar het noorden verloopt een gebogen grindpad richting de er oostelijk van gelegen Lourdesgrot. Voorts loopt pal recht voor de kapel een bomenlaan richting klooster. De kapel bestaat uit een in grondvlak vierkante naar het noorden toe open ruimte, waarop aan de zuidzijde een kleine halfronde absis aansluit. Het gebouw heeft bakstenen gevels in kruisverband met gele steen voor de rondboog van de opening in de voorgevel en van de tweelichtvensters in de zijgeveltjes. De gekoppelde vensters hebben voorts zandstenen geboortestenen. De boog in de voorgevel rust op zandstenen geboortestenen die rusten op zowel de zijgevels als op daarnaast onder de boogaanzet geplaatste kalkstenen zuiltjes met vroeggotische knopkapitelen. Op het basementblok van de linker zuil staat uitgehakt de tekst ANNO en op de rechter het jaartal 1910. De ruimte sluit af met een koepeldak, uitgevoerd in gewapend beton (systeme Monier) met een overstekende daklijst met afgerond profiel en een betonnen kruis in de top. Via twee hardstenen traptreden komt men in de ruimte. De wanden en koepel zijn gepleisterd en in de absis staat op een sokkel met tekstpaneel een groot Heilig Hartbeeld. De absis zelf heeft ook twee rondboogvensters. De vensters zijn gevuld met figuratieve, gekleurde glas-in- lood raampjes, vermoedelijk ook afkomstig van atelier Menke uit Goch. De opzet en vormgeving van de kapel en de voor religieuze bouwwerken zeer vroege toepassing van gewapend beton volgens systeem Monier doet vermoeden dat architect Kropholler ook heeft getekend voor dit project.
Zicht op de H. Hartkapel uit 1910
De in 1930 gerealiseerde Lourdesgrot in de zuid-oostelijke hoek van de tuin heeft conform het gebruik rond deze replica‟s van de beroemde grot van Massabielle bij Lourdes bovenin de rots een nis met een Mariabeeld in een wit kleed met blauwe sjerp. De grot, opgebouwd uit misbaksels en kunststenen ruwe blokken is overwoekerd.
Zicht op de Lourdesgrot uit 1930
Van de voormalige begraafplaats is de aan de zuidzijde gelegen poort behouden gebleven. Deze bestaat uit twee hardstenen traptreden met links en rechts een overhoeks geplaatste bakstenen hekpost met een overkragende hardstenen dekplaat. Aan de posten zijn twee ijzeren poorthekken met bovenaan omkrullende spijlen en Franse lelies ter bekroning bevestigd. De begraafplaats, thans ingericht als tuin is omgeven door een haag.
Aan de tuinzijde van de oostelijke, in juli 1911 gereedgekomen muur is een memoriesteen ingemetseld door Zuster Marie Francisca. Verderop in zuidelijke richting zijn in de muur de veertien kruiswegstaties opgenomen, uitgevoerd als zandstenen reliëfs in een kalkstenen omlijsting. Waarschijnlijk dateert deze kruisweg ook uit 1910/11. Aangezien langs de muur een wandeling was aangelegd is de plaatsing van deze staties in de muur te begrijpen.